Op Tweede Paasdag komt er bij de meldkamer van politie een telefoontje binnen van een man die zegt zich ernstige zorgen te maken over een vriend van hem. De melder zou op Eerste Paasdag bij deze vriend op bezoek zijn geweest en samen hebben ze alcohol gedronken. De vriend zou vervolgens gevallen zijn en sindsdien niet meer op telefoontjes reageren. De melder is erg volhardend in zijn verzoek aan de politie om poolshoogte te gaan nemen in de woning aan de Ossendrechtstraat in Deventer. Daar forceren politiemensen de deur en treffen de bewoner dood in de gang aan. De melder, een 51-jarige plaatsgenoot, wordt kort daarna als verdachte aangehouden.
Uit het sectierapport blijkt dat het slachtoffer om het leven is gebracht door hevig geweld. Er zijn geen aanwijzingen dat dit geweld door een ander is toegepast dan door de verdachte. De verdachte was een van de zeer schaarse sociale contacten die het slachtoffer nog had. Beide mannen hielpen elkaar over en weer. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat ze op Eerste Paasdag samen zijn geweest. Nadat hij naar huis gegaan was, ontstond er via sms-contact ruzie over geld. De 51-jarige man heeft verklaard dat hij hierop terug gegaan is naar de woning, waar hij inderdaad het slachtoffer een duw heeft gegeven en een knietje in het gezicht.
Volgens de officier van justitie is er echter veel meer geweld toegepast dan enkel een duw en een knietje. ‘’Verdachte heeft het slachtoffer bruut afgeranseld en voor oud vuil en voor dood achtergelaten’’, aldus de officier van justitie. Het OM acht doodslag bewezen. Hoewel verdachte niet de intentie heeft gehad om zijn vriend te doden, heeft hij door het excessieve geweld wel het risico op de koop toe genomen dat het slachtoffer aan zijn verwondingen zou overlijden.
Hoewel de verdachte volgens deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar is, heeft hij ook een eigen verantwoordelijkheid, aldus de officier van justitie: “Hij was onder invloed van alcohol, terwijl de geschiedenis hem heeft geleerd dat hij door overmatig alcoholgebruik agressief gedrag kan gaan vertonen. Hij heeft er zelf voor gekozen om toch te drinken. Verdachte heeft de keuze gemaakt om het slachtoffer op te zoeken, terwijl hij zich al geïrriteerd voelde.’’
Uit de rapportages blijkt dat de deskundigen het gevaar op recidive groot achten, omdat de man lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. In combinatie met alcohol- en drugsgebruik is het risico op uitbarstingen van geweld groot. De man werd echter in 1997 ook al veroordeeld tot tbs met dwangverpleging en het behandelplafond lijkt in zicht. Toch vindt de officier van justitie terugkeer in de maatschappij zonder behandeling niet gewenst. Ook de deskundigen adviseren een nieuwe tbs behandeling, waarbij de resocialisatie onder strikte begeleiding in kleine stapjes moet plaatsvinden.
Alles afwegende vindt de officier van justitie een gevangenisstraf van zeven jaar en tbs met dwangverpleging passend.