Aanhouding
Op 23 september 2020 hield de agent in Diepenveen samen met een collega een man aan. Dit speelde zich af in de slaapkamer van die man. Ondanks meerdere verzoeken van de agenten om mee te werken, weigerde hij dat. Beide agenten hebben achteraf verklaard dat zij de man hebben gewaarschuwd dat ze geweld zouden gebruiken als hij niet mee zou werken. Omdat de 45-jarige agent, de verdachte in deze zaak, de situatie als bedreigend inschatte, besloot hij de man te overmeesteren en gecontroleerd naar de grond te brengen. Nog steeds lukte het niet om de man te boeien. Door zijn verzet voelde de agent zich genoodzaakt om de man met een duw op de borstkas naar de grond te werken. Eénmaal op de grond sloeg de agent de man meerdere keren met zijn vuist in zijn gezicht.
Moment van de vuistslagen
Zowel de man die werd aangehouden als de collega van de agent verklaarden achteraf dat de agent al vuistslagen gaf toen ze nog tegenover elkaar stonden. Dus vóór de worsteling op de grond. Maar daar gaat de rechtbank niet in mee. De agent heeft tijdens alle verhoren én op zitting consistent en geloofwaardig verklaard. Oók over de vuistslagen tijdens hun worsteling. De rechtbank is er op grond van die verklaringen en de gang van zaken zoals die uit het dossier blijkt niet van overtuigd dat de agent vóór de worsteling op de grond de man in zijn gezicht heeft geslagen. De verklaringen van de collega van de agent zijn tegenstrijdig en omdat ze vanuit haar beleving spreekt, zijn ze mede daardoor vaak onvoldoende feitelijk. Daar komt bij dat ze mogelijk niet alles goed heeft kunnen zien, omdat ze tijdens de aanhouding schuin achter de agent stond. De verklaringen van de man die werd aangehouden zijn volgens de rechtbank op bepaalde onderdelen aantoonbaar onjuist. Zo zegt hij dat hij niet is gewaarschuwd dat er geweld zou worden gebruik. Dit staat haaks op de verklaringen van beide agenten.
Vrijspraak
Gelet op de onoverzichtelijke, escalerende situatie die mogelijk gevaarlijk was voor de agent en zijn collega, is de rechtbank van oordeel dat de vuistslagen in het gezicht van de man gerechtvaardigd waren. De agent zat, in een kleine slaapkamer, bovenop een verzettende man die hij niet onder controle kreeg. Dit rechtvaardigde het gebruiken van geweld. De rechtbank oordeelt dat bij dit geweld geen grenzen zijn overschreden. De agent wordt daarom vrijgesproken van mishandeling. De officier van justitie had twee weken geleden ook om vrijspraak gevraagd.