11.1 ℃
De Nijs, zoon van een rijschoolhouder, groeit op in de Linnaeusstraat. Hij woont schuin tegenover het Sportfondsenbad, waar hij elke zondag zwemt. Door zijn astmatische bronchitis gaat hij vanaf zijn zesde naar de Openluchtschool aan het Oosterpark. Op zijn achtste krijgt hij zijn eerste accordeonles. Hij volgt ook lessen op de cabaretschool van Bob Bouber.
Voorjaar 1960 zingt Rob in de band The Apron Strings van de Amsterdamse muzikant Jan de Hont. De naam verandert in Robby and The Apron Strings. Broer Bert is extra gitarist. De band wint een talentenjacht van Polydor en valt in 1962 uit elkaar. De broers gaan door als Rob de Nijs en de Lords en winnen een platencontract. De singles De liefste die ik ken en Jenny slaan niet aan, Ritme van de regen uit 1963 is met zo’n 100.000 verkochte exemplaren een groot succes. Datzelfde jaar vertegenwoordigt De Nijs Nederland op het songfestival in Knokke. Een jaar later verschijnt zijn eerste soloalbum Dit is Rob de Nijs, waarvoor hij een Edison ontvangt.
Eind ‘65 gaan The Lords en Rob de Nijs uit elkaar, de zanger is dan al te zien in tv-programma’s van de VARA (Nu: BNNVARA). Hij sluit zich aan bij Circus Boltini, waar ook zanger, componist en producer ‘Vader Abraham’ Pierre Kartner (1935-2022) optreedt. Na zijn rol als Bello Billy Biggelaar in de kinderserie Oebele speelt De Nijs vanaf 1971 zes jaar Bertram Bierenbroodspot in de jeugdserie Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? van de KRO (nu KRO-NCRV).
Begin jaren ‘70 leert De Nijs tekstdichter Lennaert Nijgh (1945-2002) en zanger, songwriter en Boudewijn de Groot kennen. Ze maken de hits Jan Klaassen de trompetter, Dag zuster Ursula en het album In de uren van de middag, waar ook klassieker Malle Babbe op staat. De Nijs werkt nog met De Groot aan de lp Kijken hoe het morgen wordt, daarna is alleen Nijgh nog betrokken bij zijn muziek.
Onderzoeksbureau NIPO roept De Nijs in 1976 uit tot populairste Nederlandse zanger. Hij heeft inmiddels eigen tv-programma’s als NL-Tippers en Popcorn. Over zijn naar het Nederlands vertaalde Het werd zomer uit 1977, een cover van Und es war Sommer van Peter Maffay, ontstond destijds enige controverse. In het lied heeft een jongen van 16 zijn eerste seksuele ervaring met een 28-jarige vrouw.
December 1980 ontmoet hij zijn tweede echtgenote Belinda Meuldijk die vanaf het album De regen voorbij (1981) veel teksten voor hem schrijft. Eerder was hij van 1968 tot 1981 getrouwd met Elly Hesseling (1946-2021) Hij viert in 1982 in de Utrechtse Vredenburg zijn 20-jarig artiestenjubileum, heeft veel succes met het vredeslied Alles wat ademt en scoort in 1996 met Banger Hart zijn eerste en enige nummer 1-hit. Vijf weken lang staat het bovenaan de lijst. In 2000 wordt De Nijs koninklijk onderscheiden als ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, het jaar daarop volgt de Radio 2 Zendtijd Prijs. De Nijs en Meuldijk krijgen twee kinderen en zijn 22 jaar getrouwd. Ze blijven na hun scheiding samenwerken. In 2008 hertrouwt De Nijs met Henriëtte Koetschruiter, met wie hij tot zijn overlijden samen is. Het echtpaar heeft een zoon.
Tot aan zijn afscheidstournee in 2020 nam de zanger albums op als Chansons (2007), Eindelijk Vrij (2010), Nieuwe Ruimte (2014) en Niet voor het laatst (2017). Hij doet mee aan het vijfde seizoen van het programma De beste zangers van Nederland (2013).
September 2019 maakt Rob de Nijs bekend dat hij de ziekte van Parkinson heeft. Een jaar later verschijnt tegelijk met een boek het afscheidsalbum ‘t Is mooi geweest. November 2021 neemt De Nijs in het Antwerpse Sportpaleis afscheid van zijn Belgische publiek. Zijn allerlaatste optreden is op 22 juni 2022 in het Amsterdamse Ziggodome, de samenvatting op tv trekt 1,2 miljoen kijkers. Oktober 2023 wint hij een prijs voor het concert, die zijn vrouw Henriëtte voor hem in ontvangst neemt. Door zijn ziekte volgt De Nijs de uitreiking thuis met een van zijn zoons.
Rob de Nijs overleed zondag 16 maart in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen thuis in Bennekom.
