Groot deel woningen geschikt (te maken) voor ouderen met lichte mobiliteitsbeperkingen
Ouderen wonen tegenwoordig veel minder in verzorgingshuizen; ze blijven vaker in reguliere woningen wonen. Daarom moeten reguliere woningen goed op behoeften van ouderen aansluiten. Ze moeten bijvoorbeeld geschikt zijn voor inwoners met mobiliteitsbeperkingen. In de praktijk betekent dit dat alle belangrijke ruimtes bereikbaar moeten zijn zonder trap te lopen. Zulke woningen worden ook nultredenwoningen genoemd. Denk bijvoorbeeld aan bungalows of appartementen met een lift. Maar ook veel andere woningen kunnen worden aangepast met relatief simpele ingrepen, zoals een traplift. Zulke woningen zijn geschikt voor ouderen met lichte mobiliteitsbeperkingen of ouderen die hierop voorsorteren. Als inwoners bijvoorbeeld een rolstoel nodig hebben, komt er meer bij kijken.
De cijfers over het aanbod van geschikte woningen zijn meestal schattingen en lopen uiteen. Zo schat Companen dat 67% van de 55-plus huishoudens in Overijssel in een woning woont die geschikt of potentieel geschikt is voor ouderen. ABF Research becijfert dat zelfs 95% van de 55-plus huishoudens in Overijssel in een woning woont die geschikt of relatief makkelijk geschikt te maken is. Maar het is ook niet helemaal duidelijk hoe groot de vraag is: niet alle ouderen hebben immers een nultredenwoning nodig. Ouderen zijn weliswaar vaker beperkt in hun mobiliteit, maar ook onder 75-plussers kan de grote meerderheid zich prima binnenshuis en buitenshuis verplaatsen. Tegelijkertijd kan het zijn dat een nultredenwoning ook wenselijk is voor ouderen die nu nog niet beperkt zijn in hun mobiliteit, maar die alvast anticiperen op mogelijke toekomstige belemmeringen.
De buurt is minder vaak geschikt
Voor ouderen met mobiliteitsbeperkingen, is de inrichting van de woonomgeving ook belangrijk. Ook buitenshuis moeten alle belangrijke zaken goed bereikbaar zijn te voet (ook voor de minder fitte lopers), met een scootmobiel of met het openbaar vervoer. Volgens ABF Research, is de bereikbaarheid van voorzieningen veel vaker een belemmering dan de geschiktheid van de woning zelf. Terwijl 95% van de 55-plus huishoudens in een woning woont die geschikt is, woont slechts 40% in een geschikte woning én tevens een geschikte woonomgeving. De geschiktheid van de woonomgeving is vastgesteld op basis van de bereikbaarheid van de volgende voorzieningen: supermarkt, apotheek, huisartsenpraktijk en ov-halte.