De gemeente Voorst verleende deze standplaatsvergunning, maar een buurman was het daar niet mee eens. Hij vreesde voor onder meer geluids-, stank- en parkeeroverlast en verkeersonveilige situaties voor zijn huis. Hij ging daarom tegen de standplaatsvergunning in beroep. In een eerdere tussenuitspraak droeg de rechtbank de gemeente op om de verkeersveiligheid en de parkeerdruk te gaan onderzoeken. Dat had de gemeente namelijk niet gedaan, terwijl dat wel had gemoeten. In die eerdere uitspraak oordeelde de rechtbank ook dat de overige bezwaren van de buurman - onder meer over de gevreesde geluids- en stankoverlast - niet slagen.
Verkeerskundig advies
Naar aanleiding van de opdracht van de rechtbank liet de gemeente een verkeerskundig advies opstellen. Uit dat advies kwam naar voren dat de standplaats veilig kan worden ingenomen, maar dan moeten er wel een aantal extra voorschriften verbonden worden aan de standplaatsvergunning. Het college nam dat advies over.
Rechter bezoekt snackkraam
Ook ná het advies van de verkeerskundige was de verkeerssituatie nog niet helemaal duidelijk voor de rechtbank. De rechter ging daarom zelf kijken bij de snackkraam. Dat heet een descente. De rechtbank stelde tijdens de descente vast dat de snackkraam het zicht op de weg niet belemmert en ook niet voor verkeersonveilige situaties zorgt.
Geconstateerde gebrek hersteld
De rechtbank heeft tijdens het bezoek bij de snackkraam zelf kunnen vaststellen dat het verkeerskundig advies voldoende deugdelijk is. De gemeente heeft het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek dus hersteld. De rechtbank laat de standplaatsvergunning daarom in stand.